De Tragopogon porrifolius, of paarse morgenster, is een weinig bekende tweejarige plant, eertijds gebruikt als groente: de witte wortels werden gegeten als schorseneren. Hij heeft groot opvallende paarsblauwe straalbloemen en lange, grasachtige bladeren. Hij bloeit van de ochtend tot de middag, de de bloei verschijnen de zijdeachtige zaadpluizen. Geschikt voor borders en moestuinen. De wortels (haverwortel) kunnen worden geoogst als groente. Het zoet smakende melksap van de wortel doet denken aan het zilte van oesters. De bladeren kan je eten zoals spinazie en de bloemen zijn een decoratieve toevoeging.

Zaai direct in de volle grond in het voorjaar of de herfst. Bedek de zaden lichtjes en houd de grond vochtig tot kieming.  De zaailingen lijken op jonge preiplantjes.

Deze plant houdt van volle zon en een goed doorlatende, vruchtbare bodem. Hij kan tot 60-120 cm hoog worden.

Tragopogon is inheems in Zuid-Europa en West-Azië en werd historisch geteeld als voedselgewas.